St.
Vincentiusvereniging
Naast het
Burgerlijk Armbestuur was er vanaf 1854 in Schijndel de St. Vincentiusvereniging
aktief op het gebied van de armenzorg.
Men had
heel goed in de gaten dat voor het bestrijden van armoede het scheppen van
betaald werk uitkomst kon bieden. Verschillende projecten werden daarom door de
St. Vincentiusvereniging opgezet zoals een koehaarspinnerij (koehaar werd
vroeger gebruikt door stukadoors als onderlaag voor de bepleistering van muren
en plafonds - verder werden er van koehaar matten gemaakt), een mandenmakerij
en een klompenmakerij. Een ander terrein waarvoor de St. Vincentiusvereniging
veel aandacht aan de dag legde was het bevorderen van deelname van kinderen uit
arme gezinnen aan het onderwijs. Naar de toekomst, zo werd geredeneerd, was dat
een belangrijk middel om armoede tegen te gaan. Daartoe ging de St.
Vincentiusvereniging tussen de middag op scholen eten uitdelen. Om het
schoolbezoek te stimuleren werden verder spaarbonnen uitgereikt voor het trouw
naar school gaan. Na de invoering van de wettelijke schoolplicht in 1900 was
het een taak van de overheid om op het schoolbezoek toe te zien. Daarnaast werd
door de St. Vincentiusvereniging direkte hulp geboden zoals het uitdelen van
aardappelen, kleding en beddegoed. Via thuisbezoek werd gecontroleerd of een
gezin daadwerkelijk bedeling nodig had.
De personen
op de foto hieronder zijn presidenten en beschermheren van de St. Vincentiusvereniging
in de periode 1854-1929.
Gezondheidszorg
Waren de
gezinnen toentertijd erg kinderrijk, het sterftecijfer was ook bijzonder hoog. Met
name vele kinderen kwamen vroegtijdig om het leven. In de periode 1855-1864
bedroeg het geboortecijfer in Schijndel 26 per 1000 inwoners, terwijl het
sterftecijfer 25 was.
Als redenen
voor de grote kindersterfte zijn te noemen de slechte hygiënische situatie in
veel gezinnen, epidemische ziekten, de minder goede voeding en de gebrekkige medische
zorg. Bij een geboorte liet men zich vaak bijstaan door een buurvrouw of baker.
Een dokter werd er veelal pas bijgehaald als het al te laat was.
In 1908
werd op initiatief van huisarts A.A.M.P. KooIen een afdeling van het Groene
Kruis in Schijndel opgericht. Daarmee legde hij de fundamenten voor een
preventieve gezondheidszorg. Vanaf de kansel spoorde deken Baekers de mensen
aan tot deelname aan het Groene Kruis.
KooIen en
zijn collega J.N.J. Smulders stelden vervolgens iedereen in de gelegenheid om
zich eenmaal per week kosteloos geneeskundig te laten onderzoeken. Ondanks dit
aanbod liet het Schijndelse publiek vooralsnog verstek gaan. Waarom zou ik naar
de dokter gaan als ik niets voel zo werd er geredeneerd.
Andere
aktiviteiten waren het organiseren van lezingen, bijvoorbeeld over tuberculosebestrijding
en de voeding van kinderen. In 1909 kreeg Schijndel voor het eerst een
wijkverpleegster, zuster Hermina Melis van de congregatie van de Zusters van
SchijndeL
Zeer tegen
de zin van dokter KooIen in werd het Groene Kruis in 1920 omgezet in het
Wit-Gele Kruis - een specifiek katholieke organisatie. Dit gebeurde op verzoek
van het episcopaat. Het Groene Kruis was namelijk een neutrale vereniging.
Hoofdzorg
gedurende vele jaren was de tuberculosebestrijding. Naast het geven van
voorlichting werd er onder andere versterkend voedsel aan T.B.C.-patienten
verstrekt, werden zieken voor verpleging naar sanatoria gezonden en vond er
woningverbetering plaats - het aanbrengen van ventilatie e.d.
Een
belangrijke aktiviteit - vanaf 1916 - was verder het verzorgen van moedercursussen.
Resultaten
van al deze inspanningen bleven niet uit. In de periode 1921-1930 was het
geboortecijfer 31 per 1.000 inwoners en was het sterftecijfer 14. Toch was dat
nog boven het landelijke gemiddelde van 10.
Met het oog
op de nog steeds grote kindersterfte begon het Wit-Gele Kruis in 1932 een
consultatieburau. Een ander initiatief daartoe was de aanstelling door het
Wit-Gele Kruis van een kraamverzorgster in 1932. Bij de opening werd
onderstaande foto gemaakt.
W.]. de Visser, ].A.A. Zijlmans, H.].H.]. Verstraaten, zuster
Marie ]osephine Manders,
G.M. van Velthoven, zuster Theofora Büller, W.H.A. van
Oppenraaij,
pastoor G.L.]. van Dijk, A.C.]. van Heertum, Adr. van den Oetelaar
en Chr. Wouters.
Aparte
vermelding vanwege hun grote betekenis voor de gezondheidszorg verdient de
congregatie van de Zusters van Schijndel. De meest in het oog springende
aktiviteit op dat terrein was wel de oprichting in 1934 van een ziekenhuis, het
Lidwinagesticht op de Boschweg.
Openbaar
onderwijs voor jongens
Voor
jongens was er een openbare lagere school die vanaf 1832 aan de Hoofdstraat was
gevestigd. Het schoolbezoek was vaak echter matig. Enerzijds had dit te maken
met de kosten die daaraan verbonden waren - voor veel ouders was het schoolgeld
te hoog - anderzijds werden kinderen thuis gehouden om mee te werken. Na 1900
toen het schóolbezoek verplicht werd gesteld kreeg de veldwachter opdracht er
op toe te zien dat er niet gespijbeld werd. Wanneer hij spijbelaars aantrof
moest hij de kinderen op school afleveren. Maar vooral in de zomermaanden
bleven toch nog vaak heel wat schoolbanken leeg. Van omstreeks 1919 dateert
onderstaande klassefoto.
Boven: Adr. van Doremalen, Johan Jonkers, Jo van Roessel, Johan
Oerlemans, Theo Boom,
Harrie Verhagen (Hermalen), Martijn Persons, Den Otter en
meester Van Bussel.
Daaronder: Jan Pennings, Pieter Bosmans, Frans Schrijvers, Huub
van den Heuvel, Gijs KooIen, Antoon Jonkers, Toon Oerlemans,. Toon Kriellaars, Bernard
van Veghel, Jan van Weert,
Johan van Dijk en meester Michels.
Midden: Theo van Den Dungen, Toon Buenen, Jan van Schijndel,
Ties Beekmans,
Tijn den Otter, Johan den Otter, Piet van Doremalen, Adri
Oerlemans,
Johan van de Ven, Johan Heijmans, Toon Tausch en Hein Martens.
2de rij vooraan: Wim Bos, Buenen, Willem van Schijndel, Grard
van Rozendaal, Van Liempd,
Harrie Buenen, Wim Buenen, Janus van der Eerden, Harrie Swinkels
en Stef van de Wiel.
Vooraan: Harrie Bosmans, Joop van Rossurn, Harrie Verhagen,
Sjaak Tausch,
Tijn van der Velden, Johan van der Velden, Martien van der
Velden,
Johan Buenen, Mies Geerts, Nico Kerkhof en een broer.
Bijzonder
onderwijs voor jongens
In 1922
werd in Schijndel begonnen met een bijzondere lagere jongensschool. In plaats
van de gemeente vormde het R.K. kerkbestuur voortaan het schoolbestuur. In 1924
werd de openbare jongensschool opgeheven.
De Boschweg
kreeg in 1930 een eigen jongensschool. Daar werd een jaar later deze foto van
de vierde en vijfde klas gemaakt.
Staand: Jan van Oorschot, Wim Schakenraad, meester Van Oss,
Frits Schellekens,
Frans van Heeswijk, Harrie Steenbakkers, Toon van der Schoot,
Toon Kemps, Jan Schellekens,
Frans van Rozendaal, Harrie van den Heuvel, Jan van Herpen, Piet
van Wanrooij, Bert van der Eerden, Jos van Aarle, Harrie Bekkers, Gijs van
Helvoort, Jos van Aarle en Theo Timmermans.
Zittend in linkse rij van voor naar achter: Hein Steenbakkers en
Tijn Gevers,
Mies van Weert en Piet Persons, Toon van den Akker en Jo Kemps,
Mies Kastelijn en Frans Verhagen, Piet Bekkers en Bert
Kronenburg.
Middelste rij: Toon van Uden en Frits Schellekens, Jan van
Heeswijk en Wim van der Schoot,
Adrie van Heeswijk en Frans Bekkers, Harrie van Liempd en Jos
Steenbakkers,
Toon Schellekens en Jan van Liempd, Wim Schel en Jan
Steenbakkers.
Rij rechts: Toon Steenbakkers en Harrie Kastelijn, Jo van Uden
en Christ Schellekens,
Tijn Blommers en Jan van Wanrooij, Toon van Heeswijk en Toon
Blommers,
van Rooij en Piet van Erp, Toon van Aarle en Frans Steenbakkers.
Meisjes- en
kleuteronderwijs
Onderwijs
voor meisjes werd ter hand genomen door de Zusters van Schijndel. In 1837 begon
Anna de Bref - zus van de Moeder Overste - een school voor meisjes om taal en
vrouwelijke handwerken te leren. Drie jaar later kwam het meisjesonderwijs
helemaal onder de hoede van de Zusters van Schijndel.
In het
begin ging het allemaal erg moeizaam. Zo diende een bakkerij aanvankelijk als
schoollokaal. Verder was het leerlingenaantal erg laag. Pas toen de pastoor
dreigde dat kinderen die de school van de Zusters niet bezochten hun eerste H.
Communie niet mochten doen kwam daar verandering in.
Door de
Zusters werd in 1894 in het Wijbosch een tweede meisjes- en kleuterschool
begonnen. In 1915 werd er onderstaande foto gemaakt. Alleen die kinderen
mochten op de foto waarvan de ouders een foto kochten. De prijs van de foto
bedroeg fl. 0,25 - ongeacht het aantal kinderen uit één gezin dat werd
gefotografeerd.
Boven: Net van der Mee, Jans Vorstenbosch, Jana van den Akker,
Bertha van der Mee en Drieka KooIen.
Daaronder: Mina van de Wijdeven, Betje (van Piet) Vorstenbosch, Betje (van
Bert) Vorstenbosch, Marie Steenbakkers, Antonet van den Akker, Marie
Vorstenbosch en Marie van Weert.
Derde rij: Cato van Weert, Mina Verhoeven, Jana Heesakkers, Anna
Vorstenbbsch,
Marietje Heesakkers, Miet van Dijk, Siska van den Akker, Jans
van Dijk
met voor haar Sien van den Akker.
Vierde rij: Jaan van Weert, Janske van Weert, Bet Heesakkers,
Jaan van de Wijdeven,
Marie van de Wijdeven, Van Dijk, Marietje van Doleweerd, Mientje
van den Akker
en Martha van den Akker.
Vijfde rij: Betsie Duffhues met voor haar een broer, Jet
Verhoeven, onbekend,
Jet Steenbakkers, Mina Steenbakkers, Martha Voets, Petra van de
Wijdeven,
Dineke van de Wijdeven en Marinus van den Akker.
2de rij van onder: Van den Akker, Jo van der Mee, Marie van
Heeswijk,
onbekend, onbekend, Sjef Heesakkers, Verhoeven, Verhoeven,
Jan Spierings, Sientje Steenbakkers en Marinus van de Wijdeven.
Vooraan: Pieter Duffhues, Toon van der Mee, Harrie Heesakkers,
Albert van den Akker,
Jan van Heeswijk, Janus van Heeswijk en Toon Voets.
Als men het
had over de kleuterschool werd in de volksmond vooral gesproken over de
kakschool. Andere benamingen waren bewaarschool en fröbelschool. In 1924 werd
van kinderen van de kleuterschool nabij het Moederhuis de onderstaande foto gemaakt.
Boven: Jan Goijaarts, onbekend, een zoon van Toon Voets, Piet
Kemps,
Van den Dungen, H. Dekkers, onbekend, Jo van den Oetelaar.
Tweede rij: J. van Schijndel, Pijnenburg, Mies Verbruggen, Wim
van Esch,
H. van Heeswijk, onbekend, H. Martens, An Venmans.
Derde rij: An van Gijs van Gestel, Gijs Timmermans, Frans van
Beek, onbekend, Frans van Rozendaal, onbekend, Joke van der Eerden, G. van de
Wijdeven en Mien van Heeswijk.
Vierde rij: Aarts, De Graaf, twee zusjes Van den Broek,
onbekend, Voets (?),
M. van de Wijdeven en Piet van de Wijdeven.
Vooraan: H. van Gestel, An van Dries van Gestel, Nol van
Roessel,
Leo van de Oetelaar, Drieka Geerts en Gijs van Esch.
Vervolgonderwijs
en cursussen
Op het gebied
van onderwijs en vorming waren er evenwel nog andere aktiviteiten in Schijndel.
Een opmerkelijk initiatief ging uit van de directeur en werknemers van
steenfabriek "De Molenheide". In 1926 werd het verzoek gedaan om
huisonderwijs aan de kinderen van het personeel te mogen geven. Niet bekend is
hoe daarover is beslist.
Gedurende
vele jaren was er een avondschool. Vóór 1900 was die vorm van onderwijs voor
een heleboel kinderen het enige waaraan deelgenomen werd. Overdag moesten zij
namelijk meewerken. Naderhand had de avondschool louter het karakter van
aanvullend- en herhalingsonderwijs. Ook praktische lessen werden er op de avondschool
gegeven. Architect Van Liempd gaf er bijvoorbeeld tekenen. Verder is er nog een
tijdje een zondagsschool geweest, maar daarover is niet veel bekend.
Al in 1858
begonnen de Zusters van Schijndel in hun moederhuis een kweekschool voor de
opleiding van leerkrachten. De betekenis er van ging tot ver over de dorpsgrenzen
heen.
Gedurende
de jaren 1922-1931 was er in Schijndel een U.L.O.-school (Uitgebreid Lager
Onderwijs). Waarom de school werd opgeheven is niet bekend.
Een
belangrijke school voor de hele regio was de lagere landbouwschool die in 1922
was opgericht en in het gebouw van de openbare lagere school aan de hoofdstraat
onderdak had gevonden. De school stond onder supervisie van de N.C.B. Na een
diplomauitreiking werd rond 1930 de volgende foto gemaakt.
Van de achterste rij zijn bekend: Janus Fassbender (derde van
links)
en Harrie Verhagen (helemaal rechts).
In het midden: Jan van de Westelaken (helemaal links -
bestuurslid) met naast hem een zoon,
Jan van den Oetelaar (tweede van rechts - bestuurslid) en Janus
Schellekens (uiterst rechts - bestuurslid.
Vooraan: kapelaan Steenbakkers, gemeentesecretaris De Bruijn,
L.N. Deckers
(lid van het hoofdbestuur van de N.C.B. - later minister van
Landbouw, pastoor Donders,
burgemeester Janssens, Jan Zijlmans (leraar van de
Landbouwschool) en kapelaan Driessen.
Behalve
schoolonderwijs was er - zoals eerder al ter sprake is gekomen - de vorming
middels diverse cursussen. Zo werden er vanuit de N.C.B. melkcursussen georganiseerd
en hielden de Zusters van Schijndel naaicursussen.
Van de
deelnemers aan een naaicursus werd omstreeks 1930 deze foto gemaakt.
Achteraan: Anna Oerlemans, Jans van de Westelaken, Maria
Doreleijers en Betsie Schellekens.
Midden: Anneke Bouten, zuster Alida en Jaan van de Ven.
Vooraan: Anneke van Kessel en Sineke van Rozendaal.